De info: wat maakt deze brok speciaal
OverzichtWat is het verschil tussen organische en anorganische mineralen?
Welke vorm zet je wanneer in? Klopt het dat organische mineralen natuurlijk zijn en anorganische mineralen synthetisch zijn?
Organische of Anorganische Mineralen introductie:
Bij het kiezen van de beste voeding voor onze trouwe viervoeters, hoor je soms beweren dat anorganische mineralen niet goed zijn, synthetisch en een goedkope oplossing. Organische mineralen zijn de beste en worden veel beter opgenomen. Is dit waar? En hoe komt dit? Maar is dit ook wel veilig? De afgelopen maanden zijn wij hier non stop mee bezig geweest om uit te zoeken welke vorm we het best kunnen gebruiken in ons YDOLO hondenvoer. Daarvoor hebben we meerdere voedingsdeskundigen, biologen & herboristen aangesproken om dit goed te begrijpen. Hieronder leggen we dit zo eenvoudig mogelijk uit zodat je onze keuze begrijpt en zelf ook de juiste kan maken.
Wat is het verschil tussen organische en anorganische mineralen ?
Veel mensen denken dat organisch iets te maken heeft met “biologisch” “organic”, terwijl anorganisch iets te maken heeft met “synthetisch”. Helaas is dit fout want de termen komen uit de scheikunde.
Organische Mineralen:
Organische mineralen zijn mineralen die gebonden zijn aan een molecuul dat bestaat uit koolstofatomen, meestal een aminozuur. (de bouwstenen van eiwitten). In deze context verwijst “organisch” niet naar de natuurlijke oorsprong, maar naar de chemische samenstelling van de verbinding.
Anorganische Mineralen:
Anorganische mineralen daarentegen zijn gebonden aan andere atomen; oxide- of sulfaatverbindingen en zijn dus niet gebonden aan koolstofatomen.
Veel anorganische mineralen worden gevonden in gesteenten, bodem en water. Bijvoorbeeld, natriumchloride (keukenzout) is een anorganische verbinding. Maar ook planten en het vlees van dieren bestaat voor het overgrote deel uit anorganische mineralen.
Of een mineraal van een synthetische of natuurlijke bron komt, kun je niet afleiden uit de naam “organisch of anorganisch”.
Welke zijn nu de synthetische en welke de natuurlijke mineralen?
Beide vormen kunnen zowel natuurlijk als synthetisch zijn. Dus maak je geen illusies, de mineralen zoals wij ze kennen in een hondenvoer of in een supplement worden zo goed als altijd in een labo geproduceerd. Dus zowel de organische als de anorganische zijn synthetisch!
Bv. zinkchelaten worden vaak gevormd door het binden van zinkionen aan organische moleculen, meestal aminozuren, in een gecontroleerde omgeving. Dit proces zorgt voor de vorming van zinkchelaten die gemakkelijk door het lichaam kunnen worden opgenomen. Dit proces is omslachtiger waardoor het dus ook duurder wordt om deze te maken.
Bv. Zinkoxide wordt over het algemeen vervaardigd door een chemisch proces waarbij zink en zuurstof worden gecombineerd.
Bij het kiezen van mineralen voor voedingssupplementen of diervoeding is het van belang om te kijken naar het doel van de mineralen, ongeacht of ze natuurlijk of synthetisch zijn. Het is ook belangrijk om te begrijpen hoe ze worden opgenomen door het lichaam van het dier en welke weg deze volgen.
Hoe worden beide vormen opgenomen door het lichaam?
ROL EN SORTEERFUNCTIE VAN DE DARM:
De darm fungeert als een selectief poortwachtermechanisme dat bepaalt welke stoffen het lichaam binnenkomen en welke worden uitgescheiden. Voor het opnemen van verschillende stoffen beschikt het over gespecialiseerde cellen met transportmoleculen die specifieke stoffen identificeren en opnemen. Elk type transporter is verantwoordelijk voor een specifiek molecuul of ion, zoals transporters voor vetzuren, vitaminen en mineralen. Mineralentransporters zijn op hun beurt specifiek voor bepaalde mineralen, waarbij bijvoorbeeld magnesium alleen wordt opgenomen door magnesiumtransporters en fosfor alleen door fosfortransporters.
De opname van mineralen vindt doorgaans plaats in de vorm van ionen. Dit betekent dat anorganische mineralen oplossen en dissociëren in de voedselbrij, waardoor bijvoorbeeld zinksulfaat (ZnSO4) uiteenvalt in zink (Zn2+) en sulfaat (SO42-). Beide componenten worden vervolgens opgenomen via verschillende transporteurs, waarbij zink via de zinktransporteur wordt opgenomen en sulfaat via de zwaveltransporteur.
Het lichaam streeft altijd homeostase na, dus een evenwicht. Zo stuurt het ook de darmen aan die dan op hun beurt beslissen wat er op dit moment nodig is en opgenomen moet worden.
Zijn er tekorten in het lichaam, zoals bijvoorbeeld wanneer er te weinig magnesium beschikbaar is, dan krijgen deze darmwandcellen signalen door dat ze dit mineraal zo efficiënt mogelijk moeten opnemen. Het lichaam regelt dus zelf wat het nodig heeft op basis van zijn kennis en stand van zaken in het lichaam. Op wat er op dat moment nodig is.
Deze sorteerfunctie zorgt er dus voor dat alleen noodzakelijke stoffen worden opgenomen, terwijl onnodige stoffen direct worden uitgescheiden via de ontlasting en voor geen extra belasting zorgen bij bijvoorbeeld andere organen. Organische mineralen, zoals chelaten, kunnen deze sorteerfunctie omzeilen en het natuurlijke selectiemechanisme omzeilen.
Deze zijn meestal gebonden aan aminozuren en komen hier niet van los tijdens het spijsverteringsproces. In plaats daarvan wordt het aminozuur, herkend en wordt het mineraal volledig opgenomen door de aminozuurtransporteurs. Dit wordt dus zo goed als altijd opgenomen. (Opname kan natuurlijk nog variëren afhankelijk van vele factoren, waaronder de algehele gezondheid van het dier, de aanwezigheid van andere voedingsstoffen, en de specifieke chemische vorm van het mineraal) Wanneer er dus reeds en te hoge voorraad is wordt het ook opgenomen en pas dan realiseert het lichaam zich dat dit aminozuur nog gebonden en “niet zuiver” is – het heeft een mineraal gebonden op een plaats waar het niet thuishoort. Het aminozuur wordt dus hier pas afgebroken en het mineraal komt dus nu los in de bloedbaan. Bij een tekort is dit dus ideaal omdat je dus sneller en met een grotere zekerheid kan gaan bijsturen. Echter wanneer er reeds teveel van dit mineraal aanwezig is in het lichaam zal je dus de nieren en de lever gaan overbelasten om dit uit te scheiden.
Anorganische mineralen worden wel aan deze sorteerfunctie onderworpen en als het lichaam ze niet nodig heeft zal dit zijn werk doen om de homeostase te bewaren.
Wanneer en waarom kies ik voor organische mineralen en wanneer kies ik voor anorganische mineralen?
**1. STABILITEIT EN HITTEBESTENDIGHEID:
Anorganische Mineralen:
Deze mineralen zijn over het algemeen stabieler en beter bestand tegen de temperaturen tijdens het productieproces van hondenvoeding, zoals bij het maken van brokken. Hierdoor behouden ze hun structuur en voedingswaarde beter.
Organische Mineralen:
Sommige organische mineralen kunnen gevoeliger zijn voor hitte en verliezen mogelijk hun structuur of effectiviteit tijdens het productieproces, wat de consistentie van het eindproduct kan beïnvloeden.
**2. OPNAME IN HET SPIJSVERTERINGSSYSTEEM:
Anorganische Mineralen:
Deze mineralen worden vaak gesorteerd door de darmwand op basis van de behoeften van het lichaam. Het spijsverteringssysteem kan de opname van deze mineralen reguleren, waardoor overmatige inname wordt voorkomen. Het natuurlijke sorteersysteem zorgt ervoor dat het lichaam zijn eigen homeostase handhaaft.
Organische Mineralen: Organische mineralen kunnen de sorteerfunctie van de darm omzeilen. Hierdoor kunnen ze sneller en ongecontroleerd worden opgenomen in het lichaam, wat de natuurlijke regulatie kan verstoren maar wel zorgt voor een betere opname.
**3. VEILIGHEID EN CONSISTENTIE:
Anorganische Mineralen:
Omdat ze minder gevoelig zijn voor veranderingen in omgevingsomstandigheden, zijn anorganische mineralen vaak veiliger en zorgen ze voor een consistente voedingswaarde in het hondenvoer, gegarandeerd tot aan de houdbaarheidsdatum.
Organische Mineralen:
De omzeiling van de darmfunctie kan leiden tot een betere opname maar kan daardoor voor overbelasting zorgen bij andere organen als dit mineraal reeds teveel aanwezig is. In supplement vorm heeft dit het voordeel dat je bijna zeker bent dat ze goed en veel worden opgenomen dus kan je tekorten makkelijker aanvullen.
Conclusie:
Hoewel beide typen mineralen hun voordelen hebben, wordt in dagelijkse hondenvoer het best gekozen voor anorganische mineralen vanwege hun stabiliteit, hittebestendigheid en vooral het vermogen van het spijsverteringssysteem om hun opname te reguleren in de darmen. Het gebruik van organisch gebonden mineralen kan meer geschikt zijn in specifieke gevallen (bij bepaalde gezondheidsproblemen) waarin gerichte suppletie nodig is om nutriëntentekorten aan te vullen. Zo kan je deze tekorten sneller terug op peil krijgen. De bedoeling is om daarna de supplementen terug af te bouwen, stoppen of periodiek te gaan inzetten.
Dus dagelijkse voeding (brokken, kvv, … ) = Anorganische mineralen
Supplementen = Organische mineralen
Met dank aan voor hun bijgedragen aan dit artikel:
Eve Verstappen – nutritioniste YDOLO, Wildebeest Coaching
Kelly Cogen – Centrum voor natuurgeneeskunde en voeding voor dieren